0597 76 00 30

Home E Actueel E Bernard bekijkt ‘t: “Grijs gebied”

Bernard bekijkt ‘t: “Grijs gebied”

30 april 2024

In ‘Bernard bekijkt ‘t’ schrijft Bernard Wubbels elke maand met een knipoog over iets dat hij tegenkomt in zijn werk als communicatieadviseur. Met zijn commentaar op zaken waar hij zich over verbaast, biedt hij een verrassend en vaak vermakelijk inkijkje in de wereld van infra, civiel, groen, bouw en techniek.

Onlangs kwam ik de term olifantenpaadjes tegen in een herinrichtingsplan voor een woonwijk. Olifantenpaadjes heb ik altijd een interessant fenomeen gevonden. Er zit een element in van tijd besparen, maar ook van verzet tegen autoriteit (Verboden op het gras te lopen!)  en de behoefte om buiten gebaande paden te gaan.  Olifantenpaadjes komen niet voor op de officiële kaarten en vormen daardoor een grijs gebied.  Al googelend naar de achtergrond van deze term ontdekte ik  dat er meer mensen zijn die olifantenpaadjes interessant vinden. Er is over olifantenpaadjes een fotoboek gemaakt, er is een documentaire aan gewijd, psychologen, planologen en wiskundigen hebben zich er in verdiept, een bedrijf heeft zich ernaar genoemd, er is regelmatig aandacht voor in allerlei media en blogs.

Olifantenpaadjes zijn paadjes die ontstaan doordat voetgangers of fietsers een stukje van de officiële route afsnijden. Als maar genoeg mensen dit doen (15 wandelaars of fietsers schijnen al genoeg te zijn) ontstaat er na verloop van tijd een spoor in het gras of de onverharde ondergrond, en is het olifantenpaadje een feit. De paadjes ontstaan vooral als de gebruikers hun bestemming kunnen zien liggen. Ook dient het pad zichtbaar korter te zijn dan de officiële route. Dit zorgt ervoor dat steeds weer nieuwe mensen over het pad lopen, waardoor het pad in gebruik blijft. Soms doen gemeenten moeite om het pad te verwijderen, door bijvoorbeeld de toegang af te schermen met een hek of struiken. Maar het komt ook voor dat zo’n pad op een gegeven moment toch verhard wordt en een officiële status krijgt als pad.

Ik vroeg me af waarom dit paadje naar een olifant is genoemd, in een land waarin toch vooral koeien, varkens en kippen de hoofdmoot vormen van het dierenrijk en waarin olifanten van nature niet voorkomen. Hanteren de landen om ons heen dezelfde terminologie voor dit fenomeen? En valt er misschien een link te leggen tussen de termen olifantenpaadje en zebrapad? Beide dieren hebben immers Afrikaanse roots.

Het antwoord op de eerste vraag is simpel. Deze paadjes zijn naar olifanten genoemd omdat olifanten altijd geneigd zijn de kortste weg te kiezen op weg naar hun voedsel, en daarbij dit soort paadjes creëren. In het Engels gebruikt men de term ‘desire line’ of ‘desire path’. Dat klinkt spannender en poëtischer dan de term ‘shortcut’, wat het in feite natuurlijk gewoon is. In het Duits heet het ‘Trampelpfad’ , stampvoetpad, zeg maar. In het Frans ‘chemin de l’âne’. Typisch iets voor de trotse Fransen, om binnen de eigen taal te kijken of er niet een leuke term voor te vinden is: ezelspad. Klinkt wel grappig. Dat roept bij mij meteen associaties op met onze term ‘ezelsbruggetje’, maar die valt in een andere categorie en heeft een andere betekenis. ‘Geitenpaadje’ lijkt meer in dezelfde hoek te zitten, maar betekent ook heel iets anders. Waar een olifantenpaadje het gemak van de mens dient, doet het bewandelen van een geitenpaadje dat juist niet, lees ik op Wikipedia. Geitenpaadjes hebben een tijdelijk karakter of zijn niet altijd herkenbaar als pad. In de politiek wordt het als metafoor gebruikt voor een niet ideaal alternatief om uit een politieke impasse te komen. Binnen Europa geldt Nederland als kampioen geitenpaadjes verzinnen om onder Europese wetgeving uit te komen.

En de link met het zebrapad? Die is er niet. Het is toevallig ook een Afrikaans dier, dat niet vanwege een bepaalde neiging maar vanwege zijn opvallende zwart-wit gestreepte uiterlijk is gebruikt voor de naamgeving van een voetgangersoversteekplaats. Wat bij mij dan meteen de vraag oproept: zou er ergens in Nederland een zebrapad liggen dat meteen overgaat in een olifantenpaadje?  En dan het liefst in de Afrikaanderwijk of Savannewijk natuurlijk, dat zou helemaal mooi zijn. Wat ik wel weer grappig vind: een zebrapad is bedoeld als veilige oversteekplaats voor mensen, maar voor zebra’s zelf zijn het levensgevaarlijke plekken.  Zodra ze oversteken worden ze onzichtbaar en met wat pech worden ze meteen doodgereden.

Olifantenpaadjes komen voort uit de natuurlijke behoefte van mensen om zich niet meer in te spannen dan nodig is. Waarom zou je helemaal om een grasperk heenlopen, als je het pad ook af kunt snijden door schuin over te steken over het gras? Ik heb op veel verschillende plekken in stedelijke omgeving gewoond en gelopen, en ben daarbij veel olifantenpaadjes in allerlei soorten en maten tegengekomen. Heel handig als je nog snel een trein moet halen. Maar over het algemeen ben ik bij wandelingen door een stad of dorp niet zo van het kiezen voor de kortste route.  Integendeel, dan neem ik juist omwegen en langere routes om meer van de omgeving op te kunnen nemen. Geen shortcuts dus, maar ‘take the long way home’. Ik kan het iedereen aanbevelen.

Deel dit artikel: